Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [23]die met het hart huichelachtig zijn, [24]leggen toorn op; zij [25]roepen niet, als [26]Hij hen gebonden heeft. 23. Dat is, die onzuiver, onheilig en vals van geest zijn, en niet zijn die zij schijnen; Matth.23:27,28; Luk.16:15. 24. Dat is, vergaderen een schat van Gods wraak, Rom.2:5. Het woord toorn alleen gesteld, betekent zeer dikwijls den toorn Gods. Zie 2 Kron.28:13. 25. Dat is, zij bidden God niet om zijn genade en hulp. Roepen voor ernstig en vurig bidden, Ex.14:10,15; Neh.9:9; Ps.22:3, enz. 26. Dat is, als hen God gestraft heeft. Vergelijk boven, de aantekening vs.8.